maandag 27 oktober 2014

Lichte brigade traint in de Franse Pyrineen



Zo'n 150 Belgische militairen uit verschillende eenheden zijn sinds midden oktober gestart met een intensieve trainingsperiode in de streek van Pau, aan de voet van de Pyreneeën.

De mannen en vrouwen komen voornamelijk van het Hoofdkwartier Lichte Brigade (Marche-en-Famenne), het 2 Bataljon Commando's (Flawinne), het Trainingscentrum voor Parachutisten (Schaffen) en de 15 Wing Luchttransport (Melsbroek).

Een van de belangrijkste doelstellingen is dat de commandopost van de brigade de procedures kan trainen wanneer ze via de lucht wordt ingezet in een gevaarlijke, zelfs vijandige omgeving. Het personeel, het materieel en de voertuigen van de commandopost worden ter plaatse gebracht in de lichtst mogelijke configuratie. Dat gebeurt met parachutes of door een stormlanding met draaiende motoren.

Op de grond beginnen de militairen de commandopost en alle communicatiemiddelen snel te ontplooien, zodat de commandant de operaties kan leiden. In de streek rond Pau zijn de weersomstandigheden meestal erg goed. Dit soort oefeningen vormt dan ook een uitstekende kans voor de militairen van de Lucht- en Landcomponent om hun operationele procedures op te frissen en de samenwerking te versterken.


Bron:Defensie

vrijdag 17 oktober 2014

Belgie certificeert Beninse parachutisten

In de week van 7 tot 12 oktober 2014 begeleidde een Belgisch detachement de herhalingssprongen van een bataljon Beninse parachutisten. De laatste sprongen zitten er ondertussen op en de certificaten zijn uitgedeeld. Het grootste deel van de Belgen is dan ook terug naar België vertrokken.

Drie instructeurs blijven echter nog tot begin november in Benin. Zij geven de Beninse militairen een basisopleiding parachuteherstelling, waarbij ze tonen hoe ze kleine gaten in een parachute moeten herstellen.

Bron: defensie

zaterdag 11 oktober 2014

Belgische militairen leiden Beninse militairen op.

 

Vierentwintig Belgische militairen zijn op maandag 6 oktober aangekomen in Cotonou, de economische hoofdstad van Benin. In de naburige stad Kana leiden ze gedurende een week parachutisten van het Beninse leger op.

Het Belgische detachement bestaat uit zeven C-130-bemanningsleden en zeventien spronginstructeurs, voornamelijk van het Trainingscentrum voor Parachutisten. Met een honderdtal Beninse parachutisten hebben zij vanaf 8 oktober gedurende anderhalve dag lang de basisopleiding van een parachutist doorlopen. Vanaf 9 oktober beginnen de Beniners onder begeleiding van de Belgische instructeurs aan hun heropfrissingssprongen. Daarnaast krijgt een deel van hen een cursus parachuteplooien en -herstelling. Die zal pas begin november eindigen.

De samenwerking tussen België en Benin dateert van de jaren zeventig, maar een officieel samenwerkingsakkoord kwam er pas in 1999, ondertussen vijftien jaar geleden. Om die gebeurtenis te herdenken woont generaal-majoor Jean-Paul Deconinck, commandant van de Landcomponent, op 13 oktober de laatste sprong en de certificaatuitreiking van de Beninse troepen bij.

Bron: defensie

F16's in Irak in actie tijdens bezoek defensiechef

 

Op zondag 5 oktober hebben de chef Defensie, de commandant van de Luchtcomponent en een delegatie van het kabinet van de Minister van Defensie een bezoek gebracht aan onze landgenoten die sinds 27 september werken in Jordanië. Zes F-16's en een samengesteld detachement van een 120-tal militairen zijn gestationeerd op de Jordaanse luchtmachtbasis van Azraq. Van daaruit nemen ze deel aan de internationale actie tegen de terreurgroep Islamitische Staat (IS of DAESH).

Zoals tijdens de operaties boven Libië in 2011, reageerde Defensie ook nu weer bliksemsnel op de beslissing van de politieke wereld. Alle bezoekers waren ter plaatse onder de indruk van de manier waarop het detachement in een minimum van tijd een goedwerkende organisatie had uitgebouwd. In enkele dagen tijd waren ze klaar voor de dienst. Al op 1 oktober konden ze de eerste opdrachten boven Iraaks grondgebied uitvoeren.

Twee dagen later volgden de eerste gewapende verkenningsvluchten. De F-16's toonden zich klaar om in te grijpen op vraag van het commandocentrum in Qatar. Op zondag 5 oktober, nota bene tijdens het bezoek van de generaals Van Caelenberge en Van de Voorde, werden de Belgische F-16's een eerste keer opgeroepen voor een aanval op vijandelijke strijders die Iraakse veiligheidstroepen viseerden. Ze voerden de aanval succesvol uit met een precisiewapen, nadat ze eerst elk risico op schade aan onschuldige burgers of installaties volledig hadden uitgesloten.

Intussen zijn ook Nederlandse F-16's aangekomen op de basis van Azraq. Onze noorderburen voerden gisteren hun eerste opdracht uit, een verkenning van de regio. Ze konden dit slechts doen nadat Belgische specialisten de vereiste cryptografische codes hadden aangebracht in de elektronische systemen van de Nederlandse F-16's. Een mooi voorbeeld van de operationele samenwerking tussen de leden van de internationale coalitie.

Bron: defensie

vrijdag 3 oktober 2014

Belgische f16's vertrokken uit Afghanistan

 

De twee laatste Belgische F-16's hebben op donderdag 2 oktober, om 10 uur plaatselijke tijd, Afghanistan verlaten. Hun vertrek betekent het einde van de Belgische opdracht in Kandahar, operatie Guardian Falcon. De eerste vier toestellen zullen op vrijdag 3 oktober in België aankomen.

Na meer dan 16.500 vlieguren op zes jaar tijd, werden de Belgische F-16's in Kandahar aangepast voor hun terugvlucht naar België. "We ontwapenen ze volledig", legt wapenmaker Schwarzy uit. "Al de munitie, de bommen en de missiles halen we er voorzichtig af en maken we klaar om terug te sturen naar België. Die bewapening vervangen we door een extra brandstoftank."

Met minder gewicht zijn ze begonnen aan een terugvlucht in twee etappes. De piloten voeren een eerste vlucht van meer dan zeven uur uit naar Kreta. Daarna vertrekken ze voor een tweede lange vlucht naar België. "We besturen ons toestel als een lijnvliegtuig", vertelt Sid, een van de piloten die de ferry flight uitvoert. "Het verschil is dat we allebei in ons jachtvliegtuig zitten, in onze eigen cockpit. Het lastigste is de eentonigheid, maar dat is een ervaring op zich. Gelukkig brengt deze vlucht ons weer thuis."

Bron: Defensie


donderdag 2 oktober 2014

Enkele piloten verdwenen in de buurt van florennes

 

Enkele piloten hebben hun schietstoel moeten gebruiken en bevinden zich in vijandelijk gebied, omringd door gewapende troepen. Het risico is matig, maar de extractietroepen moeten op hun hoede zijn. Zo ziet het scenario eruit van de Combined Personnel Recovery Standardisation Course (CJPRSC) 14, een oefening die op 22 september begon in Florennes.

"Het doel van deze oefening is om specialisten bijeen te brengen op het vlak van helikopters en extractietroepen", legt luitenant-kolonel Wim Schoepen uit. Hij is de commandant van het 17de helikoptersmaldeel van de 1 Wing in Bevekom. "België is hier gastland voor Frankrijk, Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië, Hongarije, Italië, Nederland, Polen, Zweden en de Verenigde Staten."

De European Air Group organiseert de oefening voor ongeveer 400 militairen en 23 vliegtuigen. Defensie zelf zet F-16's, UAV's en vier A109-helikopters in.

Al dat materieel en personeel wordt ingezet om de procedures en de eenheden van andere landen beter te leren kennen. "Samen trainen is belangrijk omdat we snel en efficiënt moeten optreden wanneer we een echte personnel recovery moeten uitvoeren", gaat luitenant-kolonel Schoepen verder. "Zo werken we alvast de eerste hinderpalen weg die op het operatieterrein kunnen opduiken."

De CJPRSC begon met een week theorieles. "We zijn begonnen met het academische gedeelte. Ze zijn we zeker dat iedereen weet wat hij of zij moet doen wanneer ze een opdracht beginnen te plannen." De militairen ontvangen de dag zelf hun tasking: de details over de op te pikken personen en het vijandelijke gebied. Dan volgt er drie tot vijf uur planning. Daarna bereidt de bemanning zich voor om de opdracht uit te voeren. Die kan anderhalf tot twee en een half uur duren. Zodra ze terugkeren in de bevriende zone, is de oefening gedaan.

De training eindigt op 9 oktober. Volgend jaar vindt ze plaats in Hongarije.

Bron:defensie

dinsdag 30 september 2014

afghanistan zwaait belgische F16's uit

 

De laatste opdracht van de Belgische F-16's in Kandahar, Afghanistan, vond plaats op zondag 28 september. Met die laatste dubbele vlucht is er een einde gekomen aan operatie Guardian Falcon. Die opdracht van gewapende verkenning en steun aan de grondtroepen liep al sinds 2008.

Gedurende zes jaar voerden elke dag twee tot vier F-16's een vlucht uit om het Afghaanse grondgebied te controleren, te verkennen, grondtroepen te beschermen of voor afschrikking. Operatie Guardian Falcon (OGF) was een onderdeel van de International Security Assistance Force (ISAF), geleid door de NAVO, met als doel de Afghanen te helpen om hun land veiliger te maken.

Buiten de geplande opdrachten, voerden de F-16's om de twaalf uur een beurtrol uit als snellereactiemacht (het quick reaction alert of QRA). Ze deelden die wachtopdracht met de Britse jachtvliegtuigen. "Onze jachtbommenwerpers zijn de laatste in Kandahar", legt Davy Van Rompaey uit, de leider van het OGF-detachement. "De Belgische en Britse detachementen verdelen de werklast onder elkaar, voor de geplande én de onverwachte vluchten."

"De Belgen hebben blijk gegeven van professionalisme en een voorbeeldige inzet", bevestigt generaal-majoor John McMullen, commandant van de NAVO-luchtmacht in Afghanistan. "Ze hebben de troepen die gevaar liepen op het terrein feilloos ondersteund, zonder incidenten. Hun aanpak van de operaties was een voorbeeld, ondanks de meer dan sobere omstandigheden."

Zes jaar waren er ononderbroken zes F-16's en een honderdtal militairen aanwezig in Afghanistan. Nu neemt het Belgische detachement afscheid. Voor het eerst was de Luchtcomponent hier ontplooid in het midden van een operatieterrein. Begin oktober keert het detachement terug naar huis, enkel dagen nadat de jachtbommenwerpers zijn teruggekeerd naar de 2 en 10 Tactische Wing.

Bron: Defensie

maandag 29 september 2014

Helicopteroefening op portugese wijze

In de Portugese stad Ovar vond van 16 tot 30 juli de internationale helikopteroefening Hot Blade plaats. Voor piloot en kapitein Vincent Valkenberg was dit meer dan zomaar een oefening.

“Het Portugese klimaat zorgt ervoor dat we in een warme, stoffige omgeving op grote hoogte kunnen trainen”, legt kapitein Vincent ‘Valky’ Valkenberg uit. “Het is niet evident om met een helikopter in zo’n omgeving te landen. Door de zanderige omgeving vliegt er enorm veel stof op, waardoor we praktisch blind moeten kunnen landen. Dat is iets dat we in België niet kunnen doen.”

Dat Europese legers regelmatig samen trainen is geweten, maar ook op operationeel niveau is die samenwerking een feit. “In Mali werkten we tijdens operatie Serval samen met de Fransen”, licht Vincent toe. “Ook daar was het klimaat warm en woestijnachtig. Een oefening zoals Hot Blade heeft dus wel degelijk zijn nut.”

De A109-piloten moeten tijdens de oefening vooral transporthelikopters escorteren. “Wij bewaken het luchtruim terwijl onze collega’s de grondtroepen ter plaatse brengen”, verduidelijkt de piloot. “Als zij onder vuur zouden vallen, zijn wij klaar om tussenbeide te komen. Daarom hebben we ook steeds een boordschutter mee. Daarnaast kunnen wij in vijandelijk gebied ook de troepen op de grond beschermen.”

“Oefeningen zoals Hot Blade zijn van onschatbare waarde voor ons”, concludeert ‘Valky’. “Er is geen betere voorbereiding dan het trainen in moeilijke omstandigheden met gecompliceerde, maar realistische scenario’s.”

Bron: Defensie


zondag 28 september 2014

C130 terug uit Erbil

 

Vrijdagmiddag 29 augustus is de C-130 die hulpgoederen naar Irak heeft gebracht, terug in Melsbroek aangekomen. Het militaire transportvliegtuig bracht 13 ton aan hulpgoederen naar Erbil, in het noorden van Irak. 

Door de conflicten in Irak zijn zo’n miljoen mensen op de vlucht. De nood aan hulp is er hoog. “De lading bestaat hoofdzakelijk uit voeding, bloem, rijst, suiker, pasta maar ook kledij en medicijnen afkomstig uit het bisdom Luik”, legt Tommy Scholtès uit, de woordvoerder van de bisschoppenconferentie.

De hulpgoederen werden in België ingezameld door de christelijke gemeenschappen en ter plaatse overgedragen aan de verantwoordelijken van Caritas. “Zij nemen niet alleen de hulpgoederen in ontvangst, maar zullen ze ook rechtstreeks verdelen, daar waar de nood het hoogst is”, legt de woordvoerder verder uit. 

De humanitaire missie had woensdagmorgen groen licht gekregen en vertrok rond halftien vanuit Melsbroek richting Bulgarije. De dag nadien ging het richting Erbil in Irak. Na het lossen van de lading zijn de piloten opnieuw richting Bulgarije vertrokken en vanmiddag rond twee uur lokale tijd landde de C-130 weer op eigen bodem. Daarmee werkte de 15 Wing Luchttransport haar zoveelste humanitaire zending met succes af.

Bron: Defensie

Belgische C130 naar Irak



Een C-130 van de Belgische luchtcomponent vertrok deze ochtend rond halftien vanop de militaire vliegbasis in Melsbroek richting Irak. Hij brengt dertien ton aan humanitaire hulpgoederen naar de ontheemde bevolking in de regio van Erbil. 

De Oosterse christelijke gemeenschap in België, voornamelijk samengesteld uit Arameeërs en Maronieten, verzamelden voedingsmiddelen en transporteerde deze naar Brussel. Pastoor Tommy Scholtès, woordvoerder van de bisschoppen van België, vergezeld door pastoor Musa Yaramis van de parochie van Sainte-Theresia van Avila van Schaerbeek, brengt de lading naar Caritas Irak. Ter plaatse wachten meer dan 200.000 mensen angstig op deze hulpmiddelen. Ze verzamelden zich in de regio rond Erbil na de gevechten en geweldplegingen, die al enkele weken in de rest van het land plaatsvinden. 

De Belgische Defensie, zoals de Duitse en Nederlandse tegenhangers, vervoeren paletten voedsel (rijst, pasta, bloem, geneesmiddelen) om de levenssituatie van de noodlijdenden verbeteren; zij het Christenen, Yezidi of Turkmenen.

Op deze link vind je ook nog een leuk filmpje: http://www.mil.be/nl/artikel/belgische-c-130-op-weg-naar-irak

Bron: Defensie










f 16's vertrokken tegen strijdt van IS

Op vrijdag 26 september zijn zes F-16 jachtvliegtuigen vertrokken naar Araxos in Griekenland. Na de officiële goedkeuring van de Kamer vliegen ze nadien door naar Jordanië. Van daaruit zullen ze onder Amerikaans commando deelnemen aan de strijd tegen de terreurorganisatie IS in Irak.

Zo'n 120 Belgische militairen, waaronder technici en piloten, nemen deel aan de operatie. Een maand lang zullen ze opereren vanuit de luchtmachtbasis Azraq in het noorden van Jordanië. Van daaruit vliegen de jachtvliegtuigen naar de operatiezone in Irak. In buurland Syrië zullen de Belgen geen opdrachten uitvoeren.

De Belgische jachtvliegtuigen kunnen verkenningsvluchten uitvoeren maar mogen ook bombarderen. De eerste vlucht onder bevel van de Amerikanen zou midden volgende week al kunnen plaatsvinden.

Defensie heeft de laatste jaren veel ervaring opgedaan in dit soort operaties, vooral dan in Afghanistan (sinds 2008) en Libië (2011).

donderdag 25 september 2014

militair luchttransport een onoverkomelijk feit

De eerste cursus tactisch luchttransport op Europees niveau zal eindelijk het daglicht zien. De European Advanced Airlift Tactical Training Course (EAATTC) zal georganiseerd worden in Saragossa in Spanje van 22 september tot 3 oktober 2014. Binnen het European Air Transport Command (EATC) werd de cursus uitgewerkt door Belgische, Duitse, Spaanse, Franse, Italiaanse en Nederlandse instructeurs. 

Met deze nieuwe cursus beschikt Europa eindelijk over de middelen om het personeel van het tactische luchttransport volgens de NATO-normen op te leiden. Voordien moesten geïnteresseerden naar Missouri (VS) om hun competenties bij te schaven bij het AATTC. Zij zijn de norm op wereldniveau en slachtoffer van hun succes. De cursus laat toe meer mensen te vormen, zonder te concurreren met de Amerikaanse versie. 

Een (her)kwalificatiestage voor het personeel van het tactische luchttransport werd door de Belgische Defensie in Toulouse in april-mei 2014 georganiseerd. De Airlift Block Training (ABT-14) had Frankrijk uitgenodigd om deel te nemen aan de training voor de bemanningen op C-130. De EAATTC is de eerste cursus met een echt multinationaal draagvlak in Europa. De realiteit is een robuuste organisatie en een omvangrijke syllabus. Het doel is om de interoperabiliteit te verbeteren en de overlevingskansen van het vliegtuigpersoneel in vijandig gebied te verhogen. Op het einde van de cursus zouden alle deelnemers het statuut combat-ready, of gevechtsklaar moeten verwerven. 

Er bestond al een Europese cursus die de verschillende naties toeliet om samen te oefenen: de EATT (European Air Transport Training). De EAATTC wil een verbeterde en ambitieuzere versie zijn op tactisch gebied. Zonder afbreuk te doen op de lokale bevolking, zorgt deze cursus ervoor dat het Europese, militaire luchttransport de operationele competentie bij uitstek wordt.

Bron: Defensie

De A400m nadert Belgie


De veertien wielen van een Franse A400M hebben op 12 augustus in Melsbroek voor het eerst het Belgische tarmac geraakt. Het Europese luchttansportcommando EATC schakelde het toestel in om Belgisch en Frans materieel vanuit Canada te vervoeren.

De aankomst van de A400M ‘Atlas’ is een sterk symbool van de versmelting van Europese luchtvaartmiddelen. Het Franse toestel vertrok vanuit Orléans met Frans en Belgisch materieel. In één missie legde het ongeveer 20.000 kilometer af langs Keulen (Duitsland), Shannon (Ierland), Washington (VSA), Calgary en Québec (Canada), om te eindigen in Melsbroek. Het EATC is de gemeenschappelijke noemer waaronder de deelnemende landen (Duitsland, België, Spanje, Frankrijk en Nederland) hun luchtmiddelen delen, om ze te rentabiliseren en zo de transportkosten te verminderen.

De aankomst van de Franse A400M in Melsbroek was meteen ook het startschot van de nieuwe luchtvaartprocedures voor dit nieuwe tactische transporttoestel. België heeft zijn bestelde A400M’s nog niet ontvangen (zeven plus één voor Luxemburg), maar wanneer het eerste zwart-geel-rode toestel eind 2018 aankomt, zal het grondpersoneel gevormd en operationeel zijn.

De ‘Atlassen’ van de EATC zullen ook zorgen voor een grotere werklast. Het Belgische militaire luchthavenpersoneel begint dus ruim op tijd de nieuwe procedures in te studeren voor de eigen toestellen aankomen. Een goed voorbeeld van samenwerking en besparing.
Bron: defensie

Het maritiem informatiekruispunt krijgt opnieuw hulp van UAV's

 

Sinds begin september bewaken onbemande vliegtuigen (UAV's) opnieuw de Belgische kustwateren. Dit gebeurt vanuit het Maritiem Informatiekruispunt (MIK), op de Marinebasis in Zeebrugge.

De onbemande vliegtuigen van het 80 Unmanned Aerial Vehicle Squadron (80 UAV Sqn) zoeken vooral naar schepen die illegale lozingen doen in de Noordzee en dan vooral de sector vanaf de Franse grens tot Zeebrugge. Dat doen ze vanop 2000 m hoogte. Tot op heden vlogen de UAV's al 88 uur.

Om de bevindingen snel te delen met de partners van het MIK, bevindt zich hier ook een analist van het 80 UAV Sqn. Hij staat permanent in contact met de piloot en de real time observer, die de UAV bedienen vanuit de luchtmachtbasis van Koksijde.

Alle waarnemingen in verband met vervuiling door schepen geeft het MIK door aan het Directoraat Leefmilieu van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, de bevoegde instantie voor die materie.

Sinds 2008 maakt het MIK deel uit van de Belgische kustwachtcentrale en vormt samen met het Maritieme Reddings- en Coördinatiecentrum (MRCC) in Oostende de operationele tak van de Belgische kustwacht. Hier wordt alle maritieme veiligheidsinformatie verzameld. Binnen het MIK werken drie permanente partners samen: Defensie, de scheepvaartpolitie en de douane.

Die drie instanties hebben elk hun eigen taken en houden databases bij over het reilen en zeilen in het Belgisch zeegebied. Op het MIK bundelen ze hun krachten om informatie te verzamelen, te analyseren en te delen. Een onmisbare taak, want voor onze kust ligt een van de drukste scheepvaartroutes ter wereld.

Samen drijven de kustwachtpartners en Volksgezondheid de strijd tegen de olieverontreiniging in de Noordzee verder op. Er worden minder illegale lozingen vastgesteld zodat onze voedselketen gevrijwaard wordt en het bioritme van organismen in de zee en op het strand niet gestoord worden.

Momenteel is België het enige Noordzeeland dat UAV's gebruikt als hulpmiddel om scheepslozingen op zee te controleren. België wisselt inlichtingen van de UAV's uit in het kader van het Akkoord van Bonn. De Noordzeelanden en Ierland sloten dat regionaal akkoord om de samenwerking te regelen betreffende het toezicht op en de bestrijding van zeeverontreiniging.

Andere landen tonen ook belangstelling voor het gebruik van UAV's voor maritiem toezicht. In de meeste van die landen kunnen de autoriteiten die toezicht houden op zeeverontreiniging immers geen beroep doen op dit soort middelen. Een mooi voorbeeld van het doeltreffend inzetten van militaire middelen voor de samenleving.

Bron: Defensie