De laatste opdracht van de Belgische F-16's in Kandahar, Afghanistan, vond plaats op zondag 28 september. Met die laatste dubbele vlucht is er een einde gekomen aan operatie Guardian Falcon. Die opdracht van gewapende verkenning en steun aan de grondtroepen liep al sinds 2008.
Gedurende zes jaar voerden elke dag twee tot vier F-16's een vlucht uit om het Afghaanse grondgebied te controleren, te verkennen, grondtroepen te beschermen of voor afschrikking. Operatie Guardian Falcon (OGF) was een onderdeel van de International Security Assistance Force (ISAF), geleid door de NAVO, met als doel de Afghanen te helpen om hun land veiliger te maken.
Buiten de geplande opdrachten, voerden de F-16's om de twaalf uur een beurtrol uit als snellereactiemacht (het quick reaction alert of QRA). Ze deelden die wachtopdracht met de Britse jachtvliegtuigen. "Onze jachtbommenwerpers zijn de laatste in Kandahar", legt Davy Van Rompaey uit, de leider van het OGF-detachement. "De Belgische en Britse detachementen verdelen de werklast onder elkaar, voor de geplande én de onverwachte vluchten."
"De Belgen hebben blijk gegeven van professionalisme en een voorbeeldige inzet", bevestigt generaal-majoor John McMullen, commandant van de NAVO-luchtmacht in Afghanistan. "Ze hebben de troepen die gevaar liepen op het terrein feilloos ondersteund, zonder incidenten. Hun aanpak van de operaties was een voorbeeld, ondanks de meer dan sobere omstandigheden."
Zes jaar waren er ononderbroken zes F-16's en een honderdtal militairen aanwezig in Afghanistan. Nu neemt het Belgische detachement afscheid. Voor het eerst was de Luchtcomponent hier ontplooid in het midden van een operatieterrein. Begin oktober keert het detachement terug naar huis, enkel dagen nadat de jachtbommenwerpers zijn teruggekeerd naar de 2 en 10 Tactische Wing.
Bron: Defensie
